Dag 53: James Island

Om 7.15u vertrokken we uiteindelijk naar James Island. Dat ging natuurlijk weer lekker op z'n Gambiaans. De versnellingsbak van de auto wad kapot dus met 40 reden we lekker veilig op de grote weg. De chauffeur was erg aan het mopperen, want het liep allemaal niet zoals hij wilde. We kwamen toch maar weer mooi aan bij Banjul, waar we met de ferry de oversteek maakten naar Barra. Aan de overkant stond weer een nieuwe auto voor ons klaar, door schitterend Afrikaans landschap reden we met de jeep over de zandwegen. Dit is wel echt het typische beeld wat je voor je hebt als je nog nooit in Afrika bent geweest geloof ik. Weer bleek dat de route naar het uitje bijna meer de moeite waard was dan het uitje zelf. Op James Island werden we welkom geheten door de gids. Op het vaste land kregen we eerst wat uitleg over de slavenperiode. Hierna gingen we met een houten bootje naar het eiland zelf, Kunta Kinta. Heel indrukwekkend om door de ogen van Gambianen wat over deze geschiedenis periode te leren.
Terug op het vaste land kregen we een flinke lunch. Dit blijf ik een beetje dubbel vinden in de Ramadan, aan de ene kant mogen zij niet eten en zit je dus voor hun neus een maaltijd weg te kanen. En aan de andere kan zijn er nu wel zo weinig toeristen dat ze met iedereen erg blij zijn. Dubbel gevoel... Na de lunch gingen we nog langs een museum en toen vervolgden we onze weg terug naar huis. Hierbij gebeurde er nog bijna een ongeluk doordat 2 kindertjes uit de bosjes kwamen rennen toen ze ons zagen. Ze waren daardoor totaal niet oplettend door de auto die achter ons volgde. Gelukkig ging het net goed.
Terug in Remy's hotel zwom ik 35 baantjes om nog iets aan sport te doen. Dat mis ik wel, zwemmen met oma in Nederland!