Dag 56: Georgetown
Door: Jet
Blijf op de hoogte en volg Jet
24 Mei 2019 | Gambia, Kuntaur
Om 5.30u werden Remy en ik opgehaald door Adama. Esmee zat toen al in de auto. We gingen onderweg naar de bus van 6u naar Georgetown. De express variant reedt uiteindelijk pas om 7.30u. Dus We hebben even zitten wachten. Onderweg nog een paar stops gemaakt (schijnt een express bus niet te doen, maar gebeurde toch). Ook een jongen met zijn broer stapten in, de jongen leek een soort persoonlijkheidsstoornis te hebben. Hij liep maar te roepen en mensen te commanderen. De mensen in de bus lachten er soms een beetje om en kwamen voor een ander op als het te veel werd, maar leken het wel te tolereren. Bij een Toubab voelde hij zich wel thuis. Ze had een thermoskannetje koffie mee en de knul werd iets rustiger. Bij een verdere stop liep het uit de hand en ontstond er buiten en half in de bus een vechtpartij. De jongen gooide nog een steen door een vitrine van een verkoopstalletje. Het leek alsof hij een soort uitgedaagd werd. De politie mengde zich in de vechtpartij en de broer en jongen moesten langs het bureau. De buschauffeur die tot nog toe alles redelijk oké gevonden had, besloot nu door te rijden. Rond 14 kwamen we aan in het loei loei hete Georgetown. Vlak na de brug stapten we in de sauna van 41 graden en sjokten we naar onze slaapplaats Sitaba lodge. Twee hutjes waren voor ons klaargemaakt door Cho. We dropten onze spullen en ploften neer op het bed. Toen we enigszins uitgepuft waren verkenden we het terrein en maakten we een plan met Cho voor vandaag en morgen. Ook de broer van Adama, die in Georgetown woont wilde ons meenemen dus die moeten we ook nog spreken. Na een drankje sprongen we met Cho op de fiets om het dorpje te verkennen. Eindelijk weer op de fiets! En dan langs de rijstvelden en door het dorpje, heerlijk (op de extreme warmte na dan). Cho liet ons een deel van overblijfselen van de slaventijd zien, deze hadden een griot verband met James Island, waar we van de week waren. Ook liet hij een landgoed met woningen van de vorige president zien, en de boarding school. Dit scheen de oudste van Gambia te zijn. Er werd hard aan het eten gewerkt door de meiden, en de jongens onderhielden wat van het terrein. Twee meisjes lieten ons hun slaapkamer zien en vertelden dat alleen de jongens in het weekend naar huis mochten.
Even later ontmoetten we Dibbe, de broer van Adama. Hij had ook al een heel plan voor morgen voor ons bedacht, dus zonder iemand teleur te stellen moesten we een keuze maken. Niet gemakkelijk al die Gambianen die je rond willen leiden. We dronken nog een drankje, kochten wat water, ontmoetten zo'n beetje het gehele dorp en gingen toen weer op de fiets terug naar de camping lodge aan de rivier. 1.5u later (waarin wij sliepen omdat we dood op waren) had Cho het eten klaar. Dit was dan ook onze afsluiting van de dag.